H05: Voorspanboutverbinding
FAQs over het onderwerp H Voorspanboutverbinding
Hoe wordt de kracht in de bouten bij een voorgespannen boutverbinding met een uitwendige trekbelasting bepaald?
Op een voorgespannen boutverbinding werkt een uitwendige trekbelasting. Op welke manier wordt in dit geval de trekkracht in de bouten bepaald en waaraan moet deze trekkracht voldoen?
Hoe wordt de kracht in de bouten bij een voorgespannen boutverbinding met een uitwendige trekbelasting bepaald?
Op een voorgespannen boutverbinding werkt een uitwendige trekbelasting. Op welke manier wordt in dit geval de trekkracht in de bouten bepaald en waaraan moet deze trekkracht voldoen?
Bouten worden in een verbinding voorgespannen, indien de plaatdelen onderling niet mogen verschuiven onder invloed van een schuifkracht Fg;s;d. De voorspankracht in de bouten drukt de plaatdelen stevig op elkaar. De grootte van de grensglijdkracht Fg;u;d tussen de plaatdelen hangt af van de voorspankracht Fp;d, de wrijvingscoëfficiënt md. , de reductiefactor ks (afhankelijk van het soort gat) en van het aantal contactvlakken m.
Wanneer er nu op een voorgespannen boutverbinding tevens een uitwendige trekkracht Ft;s;d werkt, loodrecht op de schuifkracht, dan wordt de voorspankracht kleiner en de trekkracht in de bouten groter. Dit heeft tot gevolg dat de grensglijdkracht afneemt. Volgens NEN 6772, art. 11.1.4.5, geldt voor de gereduceerde grensglijdkracht:
[afb. a]
De gereduceerde voorspankracht en de trekkracht in de bouten kan grafisch worden bepaald. In bijgaande figuur is Dlb de verlenging van de bout en Dlpl de indrukking van het platenpakket, beide als gevolg van de voorspankracht. De voorspankracht moet zijn aangebracht volgens NEN 6772, art. 11.1.4.4. De gereduceerde voorspankracht is in de figuur weergegeven door het lijnstuk AB en de totale trekkracht in de bouten door zowel het voorspannen als de uitwendige trekkracht door het lijnstuk AC.
[afb. b]
Voor de uitwendige trekkracht Ft;s;d moet gelden:
[afb. c]
De rekenwaarde van de trekkracht van de bout Ft;u;d moet worden bepaald volgens NEN 6770, art. 13.3.2. Uiteraard moet ook gelden Fg;u;d > Fg;s;d.
Opgemerkt wordt dat het voorspannen van een op trek belaste boutverbinding weinig zin heeft, tenzij het een verbinding betreft in een constructie met wisselende belastingen. De voorspanning verbetert dan de weerstand van de verbinding tegen vermoeiing.
---
Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 139 (december 1997).