Zum Hauptinhalt springen

Beschikbare informatie

Wellicht biedt de volgende informatie een antwoord op uw vraag:

A06: Roestvast staal

FAQs over het onderwerp A Roestvast staal

Is het mogelijk 'vlekjes' op roestvast staal te verwijderen met nabehandeling?

Een buitentrap van een kantoorgebouw heeft een leuning van roestvast staal. Bij oplevering worden op deze leuning enkele kleine roestvlekken geconstateerd met een diameter van 1 tot 2 mm. In het bestek is geen specifieke nabehandeling van het materiaal omschreven. Volgens de aannemer moet de leuning volledig worden gedemonteerd en elektrolytisch worden gepolijst. Dit lijkt een drastische maatregel gelet op de beperkte omvang van de schade. Is het mogelijk de vlekjes ter plaatse te verwijderen met een nabehandeling?

Het sterke lokale karakter van de roestvlekken doet vermoeden dat het hier om vervuiling door vreemd ijzer gaat. Deze vervuiling kan ontstaan in de constructiewerkplaats of op de bouwplaats doordat ijzerstof (kleine ijzerdeeltjes) op het onbeschermde oppervlak van roestvast staal terecht komt. IJzerstof, roestvast staal en vochtige lucht vormen samen galvanische cellen, waarbij het minder edele ijzer oproest op het roestvast staal. Wanneer het ijzer is opgebruikt stopt dit fenomeen, maar dan is het oppervlak wel visueel aangetast.

Elektrolytisch polijsten van roestvast staal is echter geen reparatieprocedure. Als preventieve behandeling wordt het in specifieke gevallen voorgeschreven voor een zeer corrosief milieu of wanneer een regelmatig onderhoud praktisch onmogelijk is. Elektrolytisch polijsten verlaagt de oppervlakteruwheid en bemoeilijkt vuilafzetting dat anders tot corrosie kan leiden.

In dit specifieke geval is een mechanische nabewerking of een chemische behandeling ter plekke mogelijk, afhankelijk van de detaillering. Hoe eenvoudiger de detaillering, des te makkelijker is het om met handslijpgereedschap de nodige cosmetische correcties uit te voeren. Met een chemische behandeling kan worden geprobeerd om met een passiveermiddel het roestvormende ijzer op te lossen. Hiervoor zijn doorgaans producten op basis van salpeterzuur geschikt, die echter vakkundig moeten worden aangebracht om zichtbare kleurverschillen achteraf te vermijden. Ongeacht de gekozen methode mechanisch of chemisch is het van belang dat de vervuiling wordt verwijderd en niet over het oppervlak wordt verspreid. Wanneer de vervuiling door ijzerstof echter wordt veroorzaakt door de omgeving, dan is het risico op herhaling niet uit te sluiten.

---

Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 195 (april 2007).

Is het toepassen van bouten van roestvast staal bij een verzinkte constructie een goed alternatief?

In een verzinkte staalconstructie in een buitentoepassing wil ik verzinkte bouten toepassen. Bij het monteren en het aandraaien van de bouten kan de zinklaag beschadigen en kunnen op den duur de bouten gaan roesten. Is het toepassen van bouten (en moeren) van roestvast staal in deze situatie een goed alternatief?

Dat hangt er van af. In de eerste plaats is het te overwegen om toch verzinkte bouten en moeren te gebruiken in combinatie met onderlegringen, waardoor bij het aandraaien van de bouten de zinklaag op de staalconstructie niet of nauwelijks wordt beschadigd. Zonodig kan de boutverbinding daarna nog worden afgewerkt met een zinkverf.

Bij de toepassing van roestvast stalen bouten en moeren kan galvanische corrosie (ook contactcorrosie of bimetallische corrosie genoemd) een rol spelen bij het verbinden van twee verschillende materialen.

Galvanische corrosie treedt op, wanneer tegelijkertijd aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:

een voldoende groot potentiaalverschil tussen twee metalen: het potentiaalverschil tussen roestvast staal (edel of kathodisch) en zink (onedel of anodisch) is erg groot;

een relatief groot contactoppervlak van het edele metaal ten opzichte van het onedele metaal: hoe groter de verhouding is tussen beide oppervlakken des te sneller gaat het onedele metaal corroderen;

de aanwezigheid van een elektrolyt: dat is meestal water, maar dat kan ook vuil of vet zijn.

Bij toepassing buiten is er vrijwel altijd een elektrolyt (water) aanwezig. Het potentiaalverschil is hoog en in een boutverbinding is in het algemeen het contactoppervlak relatief groot. Er bestaat dus een grote kans op galvanische corrosie. Dit is te voorkomen door de roestvast stalen bouten en moeren (of bij zichtwerk: dopmoeren) te isoleren van het verzinkte staal, bijvoorbeeld via onderlegringen van kunststof. Let er dan bij het aandraaien op dat vast-is-vast . Soms kan het nodig zijn om ook de boutsteel te isoleren met kunststof manchetten of bussen.

---

Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 187 (december 2005).

Wat is de oorzaak van corrosie bij een roestvast stalen ophangconstructie bij een zwembad? Wat is er aan te doen?

De laatste tijd zijn er een aantal schadegevallen opgetreden in zwembaden waarbij de roestvast stalen ophangconstructie van het plafond is gecorrodeerd. Wat is hiervan de oorzaak en wat is er aan te doen?

Bij de condensatie van chloorhoudende dampen in zwembaden op onder meer roestvast staal ontstaat een agressief milieu, waardoor lokaal putvormige corrosie en corrosieproducten kunnen ontstaan. De opeenhoping van vochtige corrosieproducten kan bij een verhoogde temperatuur (vanaf 30-40 °C) leiden tot een toename van de agressiviteit van het milieu. Samen met een voldoende hoge mechanische belasting kan dan scheurvorming door spanningscorrosie ontstaan. Met name ophangmiddelen, zoals draadstangen en klemmen van standaardtypen roestvast staal AISI 304 en AISI 316 zijn onder deze condities gevoelig voor spanningscorrosie.

Zowel uit de literatuur als uit onderzoek van TNO blijkt dat onder de heersende zwembadcondities het proces van spanningscorrosie voor beide genoemde typen roestvast staal zich als volgt ontwikkelt:

door de specifieke omstandigheden ontstaat lokale putvormige corrosie;

de corrosieproducten zorgen voor een agressief lokaal milieu, waardoor microscheuren ontstaan vanuit de corrosieplekken;

de scheuren groeien door en vanwege de verminderde doorsnede neemt de spanning verder toe;

restbreuk van nog niet aangetast materiaal dat de belasting niet meer kan dragen.

Indien bij een visuele inspectie corrosie zichtbaar is, bestaat er kans op de aanwezigheid van scheuren. Door nader onderzoek naar de gebruikte materialen, de toestand waarin deze zich bevinden °n de opbouw van de gehele plafondconstructie kan worden beoordeeld welke stappen nodig zijn om risico s uit te sluiten.

Het is bekend dat onder specifieke condities (chemie, energieopwekking) ook spanningscorrosie kan ontstaan zonder dat er sprake is van zichtbare corrosie. Echter bij ophangmiddelen boven zwembaden is scheurvorming zonder zichtbare corrosie niet waargenomen. Voor ophangmiddelen boven binnenbaden komen twee opties in aanmerking:

Optie 1. Een duurzame optie is de keuze van een voldoende resistent type roestvast staal. De volgende typen roestvast staal volgens EN 10088 worden, gelet op eerder onderzoek, voldoende bestand geacht tegen spanningscorrosie onder de waargenomen condities: 1.4529, 1.4547, 1.4539, 1.4565, 1.4462 (duplex roestvast staal). Daarbij zijn er geringe nuanceverschillen met betrekking tot de weerstand tegen (putvormige) corrosie en de sterkte.

Bij deze duurzame optie kunnen lange inspectietermijnen worden gehanteerd, en zal bij de juiste keuze vervanging niet meer aan de orde zijn.

Optie 2. Een optie met een beperkte duurzaamheid is het gebruik van verzinkt staal. De levensduur is beperkt doordat de zinklaag in de loop van tijd verdwijnt. Wanneer het zink is verdwenen, corrodeert het staal totdat de doorsnede zover is afgenomen dat het restant de aanwezige belasting niet meer kan dragen. In tegenstelling tot spanningscorrosie is corrosie van zink respectievelijk staal een meer geleidelijk proces. Bij deze optie zullen tussentijdse inspecties (1 tot 2 jaar), en op basis daarvan eventuele toekomstige vervangingen nodig zijn.

---

Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 164 (februari 2002).

Bestaat er een eenvoudige manier om roestvast staal type 304 te onderscheiden van type 316?

Bij de levering van roestvast staal behoren certificaten aanwezig te zijn, waarin de kwaliteit en de materiaalgegevens (waaronder de chemische samenstelling) zijn vastgelegd. Als deze certificaten niet aanwezig zijn, of men twijfelt over het legeringstype, kan uiteraard via een ladinganalyse worden vastgesteld wat de chemische samenstelling van het staal is.

In de praktijk bestaat behoefte aan een meer handzame en praktisch (op de bouwplaats) uit te voeren methode. Met een magneet is austenitisch roestvast staal (300-groep, niet magnetisch) te onderscheiden van andere soorten roestvast staal. Maar een onderling verschil binnen deze groep is met een magneet niet vast te stellen.

Er bestaat echter een reactieve vloeistof Damac, die met het molybdeen uit roestvast staal 316 reageert en daardoor bruin-zwart opkleurt. Roestvast staal type 304 bevat geen molybdeen, zodat deze verkleuring niet optreedt.

---

Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 122 (februari 1995).

Is het toegestaan dat roestvast stalen leuningen er 'vlekkerig' en onregelmatig van kleur uitzien?

De opdrachtgever van een kantoorgebouw wilde mooie, gladde leuningen in roestvast staal. In het bestek werd uitsluitend de soort 316 voorgeschreven. Bij oplevering zagen de leuningen er onregelmatig van kleur en vlekkerig uit. Heeft de aannemer hier ondeugdelijk werk geleverd?

Nee; de besteksomschrijving roestvast staal 316 zegt uitsluitend iets over de materiaalsoort en niets over de afwerking ervan. De opdrachtgever had daarom de gewenste oppervlakte-afwerking in het bestek moeten vastleggen. Er bestaan voor roestvast staal verschillende soorten mechanische afwerking van het oppervlak. De belangrijkste zijn:

borstelen: dit leidt tot een ruw oppervlak;

slijpen met korrel 240, 320 of 400: korrel 320 is het meest gebruikelijk en levert een mat oppervlak;

polijsten: dit leidt tot een hoogglansoppervlak;

stralen of glasparelen: dit leidt tot een satijnglanzend oppervlak.

De gewenste afwerking van roestvast staal is een esthetische keuze en hiervoor bestaan geen normen. Meestal wordt gekozen tussen slijpen met korrel 320 (matte afwerking) of polijsten (hoogglans, waardoor regelmatig poetsen vereist is). Overigens moeten volgens NEN-EN 1090-2 de materialen worden voorgeschreven volgens de Europese productnormen; voor roestvast staal is dit NEN-EN 10088-1. De soortaanduiding 316 is gebaseerd op Amerikaanse AISI-normen en moet worden aangeduid met materiaalnummer 1.4401.

---

Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 214 (april 2010).

Voor een zwembad wordt gekozen voor roestvast staal. Welke kwaliteit staal en bouten moet worden toegepast?

Wij zijn bezig met het constructief uitwerken van een zwembad. De constructie zal bestaan uit een staalconstructie. Als er vanwege het agressieve milieu roestvast staal wordt toegepast, welke staalkwaliteit moet dan worden gekozen? Zijn er aanvullende maatregelen nodig voor bouten?

Er kan niet zonder meer uitgegaan worden van "standaard" roestvast staalsoorten. TNO adviseert materiaal met werknummers 1.4529, 1.4547 en 1.4565. In de praktijk kan het voorkomen dat de gevraagde bouten niet in genoemde materiaalkwaliteiten verkrijgbaar zijn. Thermisch verzinkte producten met voldoende laagdikte en een meerlaagse organische coating zijn dan een alternatief.

---

Deze vraag is eerder beantwoord door de Helpdesk van Bouwen met Staal (januari 2009).

Hoe wordt de sterkteklasse van de moer aangegeven?

Een draadstang in sterkteklasse 8.8 moet worden voorzien van een moer. Hoe wordt de sterkteklasse van de moer aangegeven?

De sterkteklasse van de moer passend bij een bout of draadstang in sterkteklasse 8.8 wordt aangegeven met het getal 8, dus moer sterkteklasse 8. De norm die hier betrekking op heeft is NEN-ISO 898-2. Indien er sprake is van een verzinkte bout of draagstang kunnen er passingsproblemen ontstaan, in Bouwen met Staal 193 is hier een artikel over verschenen.

Roestvast stalen bevestigingsmiddelen worden aangeduid met een groep en sterkteklasse. De groepsaanduiding A1, A2 of A4 heeft betrekking op de roestvast staalsoort (A = austenitisch) en de mate van corrosiebestendigheid (1, 2 of 4, 4 = meest corrosiebestendig). De sterkteklasse kan zijn 50, 70 of 80 waarbij klasse 80 vergelijkbaar is met sterkteklasse 8.8. De materiaalaanduiding is gelijk voor bouten, draadstangen en moeren. Niet alle bevestigingsartikelen zijn in alle groepen, sterkteklassen of combinaties daarvan leverbaar. Zie hiervoor de documentatie van de leverancier; bepaalde combinaties zijn gangbaar.

---

Deze vraag is eerder beantwoord door de Helpdesk van Bouwen met Staal (januari 2009).

Is er een mogelijkheid om vast te stellen welke kwaliteit roestvast staal is toegepast?

Volgens bestek moet de buitenreling van een hellingbaan worden uitgevoerd in roestvast staal kwaliteit 316. Er bestaat twijfel of de reling is uitgevoerd in kwaliteit 316 of in kwaliteit 304. Is er een mogelijkheid om vast te stellen om welke kwaliteit het gaat?

Met het blote oog is het verschil tussen kwaliteit 304 en kwaliteit 316 niet te zien. Het verschil tussen beide ligt in het molybdeen-gehalte. In kwaliteit 304 zit geen molybdeen en in kwaliteit 316 zit 2 à 3 % molybdeen. Er bestaat wel een zogenaamde molybdeen tester. Dit is een chemische stof die reageert met molybdeen en een bepaalde kleur afgeeft.

Om de echte samenstelling van roestvast staal te weten is een spectraalanalyse nodig in een laboratorium. Voor specifieke vragen met betrekking tot de toepassing van roestvast staal kunt u zich ook richten tot RVS Connect (www.rvsconnect.nl).

---

Deze vraag is eerder beantwoord door de Helpdesk van Bouwen met Staal (februari 2009).

Kan er bij een verzinkte constructie met roestvast stalen dakplaten galvanische corrosie optreden?

Een dakconstructie wordt uitgevoerd met roestvast stalen dakplaten. Deze worden bevestigd op een thermisch verzinkte staalconstructie. Dienen wij hier rekening te houden met galvanische corrosie, en zo ja welke voorzieningen kunnen wij hier treffen om galvanische corrosie tegen te gaan?

Contactcorrosie, of ook wel galvanische corrosie, kan voorkomen wanneer twee metalen met een groot potentiaalverschil contact met elkaar maken. Dit is het geval bij zink en roestvast staal. De mate waarin contactcorrosie voorkomt is afhankelijk van de grootte van het contactvlak en het aanwezig zijn van een elektrolyt (bijvoorbeeld regenwater). Als het goed is zal er bij een waterdichte dakconstructie geen elektrolyt aanwezig zijn waardoor de kans op contactcorrosie niet groot is.

Contactcorrosie kan worden voorkomen door isolerende tussenlagen (teflon, onderlegringen) te maken die het rechtstreekse contact tussen de metalen voorkomt.

---

Deze vraag is eerder beantwoord door de Helpdesk van Bouwen met Staal (oktober 2009).